Een gele kamer met een
houten tafel, een
gouden pen. De vloeren
leeg, de wanden
eveneens (een volle vloer
is als een volle straat, elk
boek is een gezicht, te
botsen, struikelen over
de mensen), zodat men
in zijn plicht zich keren
kan, in zijn gevangenis
van dichten. Weer en
heen en heen en weer
zoals een ijsbeer -
De tafel draagt het
landschap, draagt het licht
1993, Eenzang Twee